BeNeLiga met 18 clubs en 10 Europese tickets

Vijf Belgische en zes Nederlandse clubs gaan voor de creatie van een BeNeLiga. Volgens Deloitte kan dat verhaal 250 tot 400 miljoen euro aan sponsoring en mediacontracten opleveren. Meer geld voor de betrokken clubs, in de hoop in de buurt te kunnen blijven van de vijf topcompetities.

Die elf teams staan niet alleen. Zowel de Pro League en Eredivisie CV als de KBVB en KNVB zitten mee aan tafel. Volgens de betrokkenen zullen de clubs die achter blijven in de nationale competities er ook beter van worden. Lees: ze krijgen een deel van de BeNeLiga-gelden. Ze zien dan wel belangrijke inkomsten wegvallen: geen thuismatchen tegen de Belgische of Nederlandse topclubs; minder mediabelangstelling zal ook tot minder sponsoring leiden.

Club Brugge, Anderlecht, Standard, AA Gent en Racing Genk zouden aan die BeNeLiga mogen beginnen. De drie andere Belgische teams zouden geselecteerd worden op basis van de resultaten in de afgelopen vijf seizoenen. De fanbasis of de financiële status zouden van ondergeschikt belang zijn.

Van die acht Belgische ploegen zouden er vijf een Europees ticket kunnen versieren. Eén ploeg degradeert naar de nationale competitie. In Nederland geldt een gelijkaardige scenario, dan wel met vijf Europese tickets voor de tien clubs.

De UEFA zou bereid zijn twee keer vijf Europese tickets toe te kennen. De initiatiefnemers hopen in 2025 met de BeNeLiga te kunnen starten.

Als het aantal profclubs in België behouden blijft, zou de Belgische eerste klasse zestien clubs tellen en verdwijnt de 1B-reeks.