Carl Hoefkens miste iets in Eupen

Winst tegen AA Gent in de Supercup, een thuiszege tegen Racing Genk. Twee matchen die ook anders hadden kunnen eindigen. Ze zorgden wel voor het nodige vertrouwen. Carl Hoefkens zag dat vertrouwen echter een flinke deuk krijgen in de Oostkantons.
Club Brugge reisde zaterdag naar de andere kant van het land af en overnachtte er in de Château des Thermes in Chaudfontaine. Zondag waren ze snel aan de Kehrweg in Eupen. De partij was één minuut bezig of Simon Mignolet mocht de bal uit zijn doel graaien.
“Daarna geven we een kleine reactie en ben je in staat om de gelijkmaker te scoren. Op dat moment gaan we uit van beterschap, maar dat komt er helaas niet. De agressiviteit in zowel balbezit als balverlies was niet goed genoeg vandaag”, stelde Carl Hoefkens na de 2-1 nederlaag.
“Wij zijn momenteel op zoek naar een basis waarop we de eerste wedstrijden kunnen winnen. Tegen Genk vorige week wonnen we onder andere op basis van mentaliteit en kwaliteit tonen op de juiste momenten en ook tegen Gent was dat het geval. Vandaag was die basis niet aanwezig, maar dat als excuus inroepen wil ik absoluut niet doen.”
Blunders
Brandon Mechele presteerde niet goed tegen Racing Genk en vloog uit de elf. Stanley Nsoki maakte geen goede beurt in Eupen. “Iedereen heeft absoluut het recht om fouten te maken, dus ook Stanley”, aldus Carl Hoefkens. “Natuurlijk wil ik als coach wel dat men leert uit de gemaakte fouten. Maar het allerbelangrijkste vind ik dat de spelers die fouten achter zich kunnen laten. Daarom dat we de volgende dagen ook zullen kijken hoe de spelers reageren op die fouten. Wat ik nu wil zien is vooral de gedrevenheid om elke dag beter te worden.”
Club Brugge heeft werk aan de winkel. De opvolger van Alfred Schreuder predikt rust. “Bezorgdheid is een verkeerd woord, maar ik weet wel dat dat werkpunten zijn waarop we ons de komende weken moeten focussen. Maar dat is ook niet het enige. Er zijn heel wat dingen waarin we beter moeten worden en waaraan we dan ook werken. Ik zie dat bij momenten al terug, maar onvoldoende.”