Marc Coucke baalt: “Ze hebben een zondebok nodig”
KV Oostende kwam in 2013 in handen van Marc Coucke. Veel duurdere spelers en trainers, de bouw van een nieuw hoofdgebouw. Het kon niet op. De Kustjongens moesten een ambitieuze subtopper worden. Ze wonnen de beker en debuteerden in Europa. Coucke verkocht de club echter in 2018 en stapte bij RSC Anderlecht binnen. In 2024 ging KV Oostende op de fles.
Marc Coucke is voor veel Oostendenaren de boeman in dat verhaal. Hij liet de club vallen voor een ander avontuur en KV Oostende zat met enkele te dure spelers in de maag, met onder meer Nicolas Lombaerts.
Coucke bleef via zijn vennoootschap NV Alychlo eigenaar van de hoofdtribune en verhuurde die aan KV Oostende. Die huurkosten zouden meegedragen hebben aan het faillissement van de club.
“Dat heeft daar niets mee te maken. Elke voetbalclub heeft kosten aan zijn infrastructuur. Wij hadden dat allemaal betaald en als je dat bekijkt qua rendement was dat het laagste. Ze hadden een zondebok nodig. Pas op, ik snap de Oostendenaren die fantastische momenten meegemaakt hebben en het gevoel hadden dat ze niet goed genoeg waren. Maar dat hoort ook bij het ondernemerschap.”
In die zes jaar na zijn vertrek kende KV Oostende vier eigenaars. Volgens Marc Coucke ligt daar de oorzaak van het heengaan van KV Oostende.
“Ik denk dat ik altijd een deel van de oplossing geweest ben en niet van het probleem. Maar om de een of andere reden is het daar een gewoonte geworden om het allemaal op mij te steken”, stelt de zakenman in het praatprogramma Café Congé op Play4. “Oké, ik heb de club verkocht, maar dat hoort erbij.”
“Ik had absoluut gewild dat die club anders was geëvolueerd, maar dat lag niet meer in mijn handen en jammer genoeg hebben ze na mij geen goede eigenaar meer gehad.”
Marc Coucke betreurt de kritiek. “Dat is echt niet plezant. Pas op, ik luister altijd enorm naar kritiek. Als mensen zeggen: we zijn naar een van je zaken geweest en het bier was te warm, dan volg ik dat op. Maar tegen zoiets kun je niet op. Ik mag niet klagen over het respect dat ik als ondernemer gekregen heb, maar de helft van Oostende zegt: Coucke, die zien we hier liever niet komen, hoor.”