Interview – Johan Boskamp wil naar Koeweit
Het gezicht en de mening van Johan Boskamp was jarenlang niet weg te denken uit het Belgisch voetbal. De vrolijke Nederlander zorgde voor leven in de brouwerij. Na zijn ontslag bij Standard is het behoorlijk stil geworden rond zijn persoon. Waar houdt Bossie zich nu mee bezig? Voetbalbelgie.be trok op onderzoek uit.
Johan Boskamp (48) is geboren in Rotterdam, maar hij raakte vooral in België bekend. Als speler maakte hij het mooie weer bij clubs als Feyenoord, SK Lierse en RWDM. Bij die laatste club sleepte hij in het jaar 1975, als eerst niet-Belg, zelfs de Gouden Schoen in de wacht.
Ook als trainer was hij bij vele Belgische clubs aan de slag. De sympathieke Nederlander boekte verscheidene successen. Zo werd hij met SK Beveren in 1991 kampioen in tweede klasse en werd hij van 1993 tot 1997 drie maal landskampioen met Anderlecht. De beker van België mocht de Rotterdammer ook twee maal op zijn palmares bijschrijven: met Anderlecht in 1994 en in 2000 met Racing Genk.
Nadat hij in 2006 een teleurstellende seizoensstart kende met Standard en de kwalificatie voor de Champions League misliep werd hij op 30 augustus aan de kant geschoven.
Jouw naam duikt nu al een tijdje niet meer op in het voetbalmilieu. Waar ben je momenteel ondermeer mee bezig?
Johan Boskamp: “Ik kijk vooral veel naar het voetbal. Ik bezoek regelmatig tornooien en zit veel in het buitenland. Ik denk eraan binnenkort misschien wel naar Spanje te verhuizen.”
Mis je het voetbal niet en wil je binnenkort nog als trainer aan de slag gaan?
“Ik mis het voetbal en het trainerschap niet echt, maar het zou goed kunnen dat ik binnenkort toch terug aan de slag ga. In België ben ik momenteel nergens in beeld, maar ik zou een rol als bondscoach van Koeweit wel zien zitten. Ik was eerder al in het clubvoetbal van Koeweit aan de slag en de bond heeft daar veel vertrouwen in me. Er zijn wel nog vier andere kandidaten die ook naar diezelfde functie dingen.”
Je was vorig jaar even in beeld bij Beveren. Er was sprake dat je de club zou helpen. Wat is daar concreet van gekomen?
“Inderdaad. Ik had een goed gesprek met Frans Van Hoof (de toenmalige voorzitter, nvdr.), maar net op dat moment werd mijn vader in het ziekenhuis opgenomen. Drie dagen later verliet Van Hoof de club en werd het contact verbroken. Ik was niet van plan echt in dienst te gaan bij Beveren, ik zou de club enkel advies geven.”
Vorig seizoen kon je bij Vitesse beginnen, maar je beschikte niet over een trainersdiploma. Ben je daarmee bezig? En vind je het niet erg dat een trainer met zo’n uitgebreide staat van dienst een cursus moet volgen?
“Nee, daar hou ik me niet meer mee bezig. Natuurlijk is het niet prettig dat iemand zoals ik dat nog moet volgen, maar het is wel goed dat het er is. Wat wel niet kan is dat er bij die cursus bepaalde afspraken zijn en dat die niet altijd nageleefd worden.”
Zou je na je trainerscarrière nog een andere functie in het voetbal willen vervullen?
“Dat hangt natuurlijk af van wat de club wil. Uiteraard moet ik me er goed bij voelen. Het moet een rol zijn waar ik me goed in kan vinden en voldoening uit kan halen. Is dat zo, dan zeg ik niet direct neen.”
Volg je het Belgische voetbal nog?
“Ik hou me daar minder mee bezig dan vroeger. Zoals reeds gezegd zit ik vaak in het buitenland en kom ik minder in België. Afgelopen weekend wou ik nog naar België – Finland komen kijken maar ook daar kwam iets tussen. Uiteraard volg ik het nog wel en weet ik natuurlijk wel wat er zich zoal in het Belgische voetbal afspeelt.”
De Rode Duivels missen nu al het derde grote tornooi op rij en wisten in deze campagne zelfs geen enkele rol van betekenis te spelen. Hoe denk je dat dit probleem opgelost kan worden?
“Een ploeg als de Rode Duivels heeft vooral veel tijd nodig om terug iets op te bouwen. Na het WK 2002 in Japan en Zuid-Korea is de ploeg aan een nieuw tijdperk begonnen. Vele spelers stopten ermee en het was tijd voor een nieuwe generatie. Men mag René Vandereycken ook absoluut de schuld niet in de schoenen schuiven. De spelers komen slechts een 50-tal dagen per jaar samen en zo’n groep als de Rode Duivels, met veel jonge jongens, heeft tijd nodig. Resultaten zijn uiteraard wel belangrijk, maar in België is dat het enige waar belang aan wordt gehecht. Zijn die niet goed, dan wordt je afgeschreven. Dat is volgens mij fout.”
Is het voetbal van nu sterk veranderd met de tijden dat u nog speler was?
“Natuurlijk, vroeger kon je de bal stilleggen en had je 50 seconden de tijd om te kijken aan wie je hem zou afspelen. Tegenwoordig gaat alles zoveel sneller. De snelheid van denken en uitvoeren ligt zoveel hoger.”
Ook op Europees vlak gaat het niet goed met het Belgisch voetbal. Enkel Anderlecht kon zich plaatsen, en dan nog voor de UEFA Cup. Waaraan ligt dit denk je?
“De eigen jeugd krijgt gewoon veel te weinig kansen. Dit probleem is al ontelbare keren aangehaald maar elk jaar opnieuw verandert er niks aan het beleid. Er worden in België veel te veel tweederangsbuitenlanders gehaald waardoor de eigen jeugd, die vaak beter is, op de bank moet plaatsnemen. Als je natuurlijk een speler als Ronaldinho kan halen moet je niet twijfelen, maar Jan om de Hoek kan je beter in zijn eigen land laten om het zo te zeggen.”
Spelerscarrière
|
|
|
1964-1969 | Feyenoord | 28 (2) |
Nationale ploeg
1978-1978 | Nederland | 2 (0) |
Trainerscarrière
1984-1986 | Lierse SK |