RSZ-aanpassing en wetgeving vooral nadelig voor de Belgische topclubs
In 2018/2019 verdiende een voetballer in het Belgische profvoetbal gemiddeld 233.000 euro bruto per jaar. Bij de G5 was dat 381.000 euro per jaar. De loonkosten bleven gevoelig stijgen naar een gemiddeld jaarloon van 338.007 euro in 2019/2020. Daar betalen de spelers slechts een peulschil aan RSZ op. De clubs genieten ook fiscale en financiële voordelen. Er ligt echter een nieuw wetsvoorstel op tafel.
Jan met de pet meer belastingen laten betalen en langer laten werken, en anderzijds een aantal categorieën nauwelijks laten bijdragen, dat wekt al jaren ergernis op. Er ligt een nieuw wetsvoorstel op tafel, dat De Morgen kon inkijken. Dan gaat het niet alleen om hogere RSZ-bijdragen voor de spelers.
De clubs dienen vandaag slechts 20% van de belasting te betalen aan de fiscus. Vanaf januari 2022 zou een club maximaal 4 miljoen euro belastingkorting op de salarissen genieten. KRC Genk, AA Gent en Standard zouden 5 à 6 miljoen euro meer moeten betalen. Voor Club Brugge zou dat 8 miljoen extra zijn en voor RSC Anderlecht zelfs een surplus van 11 miljoen euro.
Er zit ook een herziening aan te komen van de bestemming van dat belastingvoordeel. Tot 2 miljoen euro zou voor investeringen in het stadion kunnen dienen. De andere gelden moeten voor de eigen jeugdopleiding dienen. Vandaag vloeit dat geld vaak naar jonge talenten te betalen, die bij de A-kern zitten. De nieuwe regelgeving – die vanaf januari 2022 in voege kan treden – verplicht de clubs die gelden te gebruiken voor de jeugdwerking.