TV-rechten: Processie van Echternach voor Belgische clubs

De Belgische topclubs kraaien victorie. De televisierechten stijgen naar 103 miljoen euro per jaar. Of een toename met 20 miljoen euro, waarvan de G5 liefst 80% krijgt en de andere elf clubs de overige 20% extra mogen verdelen. Die G5 droomt van een BeNeLiga, wat voor een televisiepot van 250 tot 400 miljoen euro zou zorgen. Te verdelen onder achttien clubs plus de ploegen die in de nationale eerste klasse spelen. Het lijkt een stap vooruit. De realiteit oogt echter anders.

“De kloof verkleinen met de vijf topcompetities”, stelden de voorstanders van de hervormingen van het profvoetbal in België. Dezelfde uitspraak klinkt als het over de BeNeLiga gaat. Dat moet de kip met de gouden eieren worden.

Maar in de andere voetballanden rolt de bal ook verder. Vandaag raakte bekend dat het Scandinavische netwerk NENT (Denemarken, Finland, Noorwegen en Zweden) liefst 2,3 miljard euro op tafel wil gooien om de matchen van Liverpool, Manchester City, Chelsea en de andere Engelse eersteklassers uit te mogen zenden tussen 2022 en 2028.

Dat is dus goed voor een extra som van ruim 383 miljoen euro per jaar. Die som komt bovenop de 5,5 miljard euro die er vandaag te verdelen is.

Het Franse Canal+ betaalt nu 90 miljoen euro per seizoen voor de uitzendrechten van de Premier League in Frankrijk.

Als de Belgische clubs een stap vooruit zetten, volgen er dus ook twee achteruit. Ook in La Liga, Serie A, Bundesliga en Ligue 1 blijven de televisierechten stijgen. Zo kocht Mediapro de rechten van de Ligue 1 voor 2020-2024. Daar hoort een bedrag van 1,153 miljard euro per jaar bij!

Van 83 naar 103 miljoen euro per jaar is mooi, de Belgische clubs maken zich tot best niet te veel illusies.