Twee stadions Club Brugge en Cercle complete waanzin?
Het stadiondossier van Club Brugge sleept al jaren aan. Van de ene site naar de andere. Burgemeester Dirk De fauw leek voor de doorbraak te zorgen. Club Brugge zou niet verhuizen, Cercle Brugge wel. Een ingrijpend project. Maar de Raad van State gooide het plan in de prullenbak.
De lokale overheid en andere politici trachten nu druk te zetten voor een andere oplossing. Club Brugge en de burgemeester hadden het over een drama. Cercle Brugge kijkt de kat uit de boom.
Volgens Hans Vandeweghe zouden alle partijen beter in de spiegel kijken. Hij merkt een politiek spel op. “Het uiteindelijke doel is in 2024 herverkozen worden”, stelt hij in het Radio 1-programma De Tribune.
“Brugge is een dorp met wat water rond. Het is geen stad, slechts een klein stadje. Als je dan twee nieuwe stadions toelaat en al die open ruimte opoffert voor koning voetbal, dan is dat maatschappelijk onverantwoord. Journalisten moeten ook op een normale manier durven kijken.”
“Ze willen van 21 naar 70 hectare, met twee stadions en wat oefenveldjes, dat is slecht bestuur volgens mij. Dat mag wel een keer afgestraft worden door de Raad van State.”
Vandeweghe woont in de buurt van de Blankenbergse Steenweg – waar Cercle Brugge terecht zou komen – en volgt de Brugse stadionproblematiek al jaren op.
“Cercle Brugge overleeft dankzij de goodwill van AS Monaco, dat in België een wingewest ziet voor jonge krachten, die ze daarna kunnen verkopen. Club Brugge is een topclub in België en zou een nieuw stadion mogen krijgen. Maar los het maatschappelijk verantwoord op. Je kan toch niet zomaar daar een klein stadion zetten en elders een groter stadion? Als de ploegen in New York en München in hetzelfde stadion kunnen spelen, waarom dan niet in Brugge?”
De toenmalige voorzitter Michel D’Hooghe maakte in 2006 bouwplannen van Club Brugge bekend. Veertien jaar later blijft het afwachten. Hans Vandeweghe vindt dat de twee clubs en lokale overheid beter de handen in elkaar slaan.
“Bart Verhaeghe wou in Vilvoorde Uplace bouwen. Dat werd ‘no place’. Hij moet opletten dat het in Brugge ook geen ‘no place’ wordt. Als je twee clubs in het Brugse duldt, moeten die samenwerken. Het spijt mij zeer. Vlaanderen heeft bijna geen open ruimte meer, dus we moeten daar niet aan meedoen.”