Degryse vindt niet dat Anderlecht moet panikeren

Anderlecht begon sterk tegen Oostende en kwam op voorsprong via Michel Vlap. Er klonk een feeststemming in het Lotto Park. Het champagnevoetbal was terug. Maar de motor viel na een halfuur stil en Anderlecht leed een 1-2 nederlaag. Een uitschuiver die kan tellen.

Nog voor het wedstrijdeinde had een groot deel van de fans het stadion al verlaten. Dat gebeurde vorig seizoen om de haverklap. “Deze nederlaag is een koude douche, maar ik zou niet overdreven panikeren”, stelt Marc Degryse tegenover Het Laatste Nieuws. “Kompany heeft nog tot eind augustus om knopen door te hakken, maar dat er een berg werk op zijn bureau ligt, is duidelijk.”

Vincent Kompany wil à la Manchester City spelen. Aanvallend voetbal, met veel druk naar voor, de bal van voet naar voet laten rollen. Een verhaal dat tijd vergt. Tijd die er in het voetbal vaak niet is. Hein Vanhaezebrouck wou ook ten aanval trekken, de punten volgden niet en hij vloog buiten.

Doelman Thomas Didillon ging bij het uitvoetballen meermaals de mist in. Past hij wel in dit systeem? Sebastiaan Bornauw liet zich enkele keren op snelheid pakken en flirtte met een rode kaart. Francis Amazu en Jérémy Doku begonnen snedig en vielen daarna ver terug. Voor de verdediging kreeg Peter Zulj de voorkeur op Sven Kums, die in de tribune moest plaatsnemen. Mout Al Kababri viel door de mand als rechtsachter. Pieter Gerkens moest als spits aan de slag.

“Door de lat meteen hoog te leggen zal hij makkelijker keuzes ­kunnen maken. Door zo te spelen zie je veel sneller of iemand de potentie heeft om dat ­niveau te halen. Langs de andere kant zie je zo ook spelers waarbij je vragen hebt of ze ooit het niveau dat Kompany nastreeft zullen kunnen halen. Kompany versnelt zo het ­proces en hij zal sneller knopen kunnen doorhakken. De kunst wordt nu om die lijn aan te houden en op lange termijn te denken, ook als de resultaten niet meteen volgen.”