“Fans STVV zijn van de club vervreemd”
Voetbal, volk en vuur, dat is nog altijd de slogan van STVV. Die is aan vernieuwing toe. Over de koppen lopen op Stayen is er nog weinig bij. De toeschouwersaantallen zijn niet om over te stoefen. De Hel van Staaien is niet meer.
Supporters die dicht tegen het speelveld geplakt stonden of zaten, het geroffel op de platen, tegenstanders die met knikkende knieën naar Sint-Truiden afzakten, dat hoort er alsmaar minder bij. De volksclub STVV is een bedrijf geworden. Een zakelijk iets.
“De opkomst is vaak dramatisch”, stelt Lon Polleunis in een uitgebreid interview met Het Belang van Limburg. “Vroeger had je nog een echt legioen, nu zijn de fans van de club vervreemd.” Polleunis was speler en trainer bij de Kanaries en volgt de club nog op de voet. De huidige situatie doet de winnaar van de Gouden Schoen en voormalig Rode Duivel duidelijk pijn. “De Japanners zijn blijkbaar niet ontevreden over het aantal supporters. In vergelijking met het aantal inwoners dat Sint-Truiden telt, valt het nog meer, hoor ik dan zeggen. Ik heb het daar niet mee eens. STVV is een volksclub, die moet meer mensen op de been kunnen brengen.”
Woorden die Wilfried Van Moer beaamt. ‘Mister Standard’ was speler en speler-trainer bij STVV en maakte als bezoeker andere tijden mee op Staaien, zoals het stadion toen nog noemde. “Wij hadden echt schrik als we op Stayen arriveerden”, stelt Van Moer. “Ik heb met STVV in tweede klasse gespeeld en herinner me dat er elke thuismatch 6.000 tot 7.000 supporters in de tribune zaten. Die cijfers halen ze nu meestal niet.”