Verhaeghe kijkt niet naar concurrenten van Club Brugge
Als Club Brugge in 2022/2023 in een nieuwe voetbaltempel naast het versleten Jan Breydelstadion kan het verder groeien en bloeien. Vandaag telt blauw-zwart 24.000 abonnees. Er zijn 40.000 plaatsen voorzien in het nieuwe verhaal.
Het stadion van Standard telt 30.000 plaatsen, Anderlecht 21.000, Racing Genk en AA Gent zitten aan 20.000. Club Brugge zal in het nieuwe verhaal nog meer inkomsten kunnen genereren via de ticketverkoop, horeca, merchandising en sponsoring. Ze zijn Anderlecht nu al voorbijgestoken, zowel sportief als financieel.
“Je moet die plaats verdienen”, stelt voorzitter Bart Verhaeghe in het VRT-programma De Zevende Dag. “We zijn negen jaar geleden met een plan gestart, om Club Brugge sportief op de hoogste plaats te krijgen. We willen ook graag meedoen in Europa, de druk voor dat nieuwe stadion komt ook vanuit dat standpunt.”
Dat nieuwe stadion zou 100 miljoen euro kosten. Volgens zakenman Verhaeghe hoeft de financiering van dat alles geen probleempunt te zijn. “Voetbal is business geworden. Je kan dat terugverdienen. Velen begrijpen dat nog niet in dit land, ook een aantal clubleiders zullen van visie moeten veranderen. Elke club kan financieel gezien een eigen stadion bouwen. Groot of klein, het kan. Kijk naar Zulte Waregem en naar KV Mechelen. Je moet de tering naar de nering zetten en niet meer uitgeven dan je kan, een goed beleid voeren en durven vooruitzien.”
Wordt Club Brugge dan niet te groot voor de Belgische competitie? “Ik kijk niet zozeer naar onze concurrenten, wel naar onze positie”, geeft Bart Verhaeghe mee.
“In mijn negen jaar als voorzitter van Club Brugge eindigden we altijd in de top drie. We gaan ons uiterste beste doen om nu kampioen te spelen. Er is ook nog de Beker van België en die mooie matchen tegen Manchester United. Maar je bent maar zo goed als de laatste wedstrijd.”